2 Koningen 15:23-26

23 In het vijftigste jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Pekahia, de zoon van Menahem, koning over Israel, en regeerde twee jaren te Samaria.
24 En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; hij week niet af van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen deed.
25 En Pekah, de zoon van Remalia, zijn hoofdman, maakte een verbintenis tegen hem, en sloeg hem te Samaria, in het paleis van het huis des konings, met Argob en met Arje, en met hem vijftig mannen van de kinderen der Gileadieten; alzo doodde hij hem, en werd koning in zijn plaats.
26 Het overige nu der geschiedenissen van Pekahia, en al wat hij gedaan heeft, ziet, dat is geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israel.

2 Koningen 15:23-26 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 2 KINGS 15

This chapter begins with the reign of Azariah king of Judah, 2Ki 15:1-7, and then gives a short account of the several kings of Israel, to the last of them; of Zachariah, 2Ki 15:8-12, of Shallum, 2Ki 15:13,14,15 of Menahem, 2Ki 15:16-22 of Pekahiah, 2Ki 15:23-26, of Pekah, succeeded by Hoshea, the last of them, 2Ki 15:27-31, and is included with the reign of Jotham king of Judah, 2Ki 15:32-38.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.